Dag 1

Dag 1: 11 februari

Op maandag 11 februari namen het vliegtuig in Schiphol richting  Banjul. In de vertrekhal ontmoetten we de andere stagiaires die ook bij ons in de compound logeren en stage lopen in hetzelfde schooltje. Ze heten Herlinde, Bieke (allebei kleuteronderwijs uit het KHBO) en Lutziana (kleuteronderwijs uit Hogeschool Gent). Na heel wat problemen met een te zware bagage, zijn op het vliegtuig gestapt. Het was een turbulente vlucht, die 6,5 uur duurde. Bij onze aankomt in Banjul voelden we meteen de zwoele wind. Het was er om 19u30 nog steeds meer dan 30 graden. De lokale tijd in Banjul verschilt 1 uur met de tijd in België. In Gambia is het 1 uur vroeger. Meteen werd duidelijk dat alle Gambianen zeer behulpzaam zijn. Vaak worden daarvoor achteraf wel wat “coins to share” gevraagd. Modou stond ons al op te wachten aan de luchthaven. Hij is de man die in het huis naast ons in de compound (een verzameling van huizen omringd door een muur, waar een familie samenwoont) woont, samen met zijn familie. Het is een zeer vriendelijke, behulpzame en oprechte man. We werden ook warm onthaald door zijn hele familie. De namen zijn nog wat moeilijk te onthouden maar degene die we ons nog herinneren zijn Mariama, Kadi, en Molamine. Het appartement waar wij in logeren is groot en proper. Er is een living met wat zetels, een keukentje (met heel wat ongewenste bezoekers) en een wc met daarboven een koude douche. Het is zeker een heel grote aanpassing maar het went snel. ’s Avonds nam Modou ons meteen mee naar het toeristische Senegambia om daar wat praktische zaken te regelen. We gingen geld wisselen (1 euro = 44 dalasis). Voor onze 100 euro kregen we een grote pak briefjes (het paste zeker niet meer in onze portefeuille!). Het is ook wat wennen dat de sommen geld in de winkel of op restaurant zo groot zijn. Het is niet abnormaal dat je op restaurant 300 dalasis betaalt (terwijl dit slechts 7 euro is). Na onze grote valies uit te pakken en ons muskietennet op te hangen, kropen we in ons nieuw bedje…